zaterdag 29 november 2008

Veranderingen in de indicatie voor AWBZ-gefinancierde begeleiding

Concrete invulling van de bezuiniging in de AWBZ per 01-01-2009
Per 1 januari 2009 gaat de begeleiding vanuit de AWBZ ingrijpend veranderen. Iemand met lichte beperkingen op één of meer onderdelen komt niet meer in aanmerking voor AWBZ-begeleiding. Alleen matige en zware beperkingen op de terreinen sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, probleemgedrag (w.o. agressie), psychische problemen en geheugen- en oriëntatiestoornissen vormen vanaf 2009 nog een geldige reden voor de indicatie begeleiding. Voor mensen wiens begeleiding gaat wegvallen komt een overgangsregeling van enkele maanden, maar voor mensen die hun begeleiding ten dele moeten inleveren komt er geen overgangsperiode. Het lijkt logisch dat geprobeerd zal worden om onmisbare begeleiding uit andere voorzieningen te halen. Voorbeelden zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning Wmo: iedereen moet kunnen meedoen!,
de jeugdzorg of het onderwijs. Voor 2008 is dan ook al 50 miljoen euro en voor 2009 150 miljoen euro gereserveerd als tegemoetkoming in de kosten die andere domeinen moeten maken. Ook zullen de invoeringskosten wellicht uit dit budget moeten worden betaald. De hele operatie moet uiteindelijk een ombuiging, lees bezuiniging, van 800 miljoen euro in de AWBZ opleveren.

Gewenningsperiode
De maatregelen worden op 1 januari 2009 van kracht. Wel is er een overgangs- of gewenningsperiode ingelast; als de huidige indicatie afloopt voor 1 juli 2009 blijven de oude rechten gedurende 6 maanden behouden. Als de indicatie afloopt tussen 1 juli en 31 december is de gewenningsperiode (maximaal) drie maanden. De gewenningsperiode stopt in ieder geval voor iedereen op 1 januari 2010. Zo kunnen cliënten en gemeenten zich optimaal voorbereiden op de komende veranderingen.

Begeleiding niet meer Ondersteunend of Activerend
Ondersteunende Begeleiding (OB) en Activerende Begeleiding (AB) worden samengevoegd tot de functie Begeleiding. Een klein deel van de Activerende Begeleiding gaat naar de functie Behandeling.
Op negen verschillende terreinen worden de beperkingen ingedeeld naar de ernst van de beperking: licht, matig of zwaar. Ook zal er een onderscheid worden gemaakt tussen zelfredzaamheid en participatie. Pas in december zal duidelijker worden wat het onderscheid tussen licht en matig precies inhoudt en wat exact onder participatie en zelfredzaamheid moet worden verstaan. Vervolgens wordt pas volgend jaar aan de hand van de nieuwe indicaties precies gekeken hoe de maatregel uitpakt en wordt ook "vanuit cliëntperspectief gemonitord".
De terreinen voor begeleiding zijn:
1. Sociale redzaamheid
2. Bewegen en verplaatsen
3. Probleemgedrag (w.o. agressie)
4. Psychische problemen
5. Geheugen- en oriëntatiestoornissen
6. Persoonlijke verzorging
7. Huishoudelijk leven
8. Maatschappelijke participatie
9. Psychisch welbevinden (depressie, eenzaamheid, e.d.)

Op de eerste vijf terreinen vormen vanaf volgend jaar alleen nog matige en zware beperkingen een geldige reden voor de indicatie Begeleiding. Iemand met alleen lichte beperkingen op één of meer onderdelen krijgt vanaf 1 januari geen AWBZ-begeleiding meer.

Wie worden er de dupe van deze maatregel? De mantelzorgers!
Het ziet er naar uit dat vooral de mensen die zich, dank zij enige ondersteuning, min of meer zelfstandig konden redden, worden getroffen door deze bezuiniging:
ouderen met lichte dementie, beginnende ouderdomsklachten of beginnende oriëntatiestoornissen;
stabiele psychiatrische patiënten;
licht autistische jongeren;
licht verstandelijk gehandicapten (Bron: van Brederode).

Op grond van de maatregel zullen volgend jaar zo'n 200.000 mensen een nieuwe indicatie krijgen. Sommigen van hen behouden de huidige indicatie, een deel krijgt minder uren. Geschat wordt bovendien dat zo'n 60.000 mensen niets meer geïndiceerd krijgt. VWS veronderstelt dat deze 60.000 personen zelf hun weg wel zullen vinden. Men verwacht dat slechts een klein deel zou zich tot de gemeente, de jeugdzorg of het onderwijs zal wenden voor alternatieve hulp.

Familycare Support verwacht dat de mantelzorgers/familieleden van deze personen zich over niet al te lange tijd met gezondheidsklachten bij de huisarts zullen melden, wegens overbelasting: mentaal of fysiek. Deze mantelzorgers zien de bui nu al hangen, en vragen zich massaal af hoe zij de uren die op grond van de indicatie door professionals werden geleverd nu zelf moeten gaan invullen. De overheid veronderstelt ten onrechte dat de cliënten zich ZELF wel zullen redden. De werkelijkheid is dat dit slechts zal kunnen gebeuren door verhoogde inzet door mantelzorgers. Het veronderstelt dat mantelzorgers deze extra inzet kunnen bieden, en gaat voorbij aan het feit dat, als die ruimte er zou zijn, de indicatie helemaal niet zou zijn aangevraagd.
Mogelijk is er een klein lichtpuntje: als de functie begeleiding wordt geïnterpreteerd als respijtzorg! Respijtzorg staat hoog in het vaandel van VWS als vorm van ondersteuning aan mantelzorgers, en ligt dus feitelijk op het bordje van de gemeente in het kader van de Wmo. Daar zal misschien nog wel wat te halen zijn. Ik houd u op de hoogte in deze Blog.

Wilt u niets missen?
Abonneer u dan op de berichten met behulp van de link “Berichten (Atom)” onderaan deze Blog-pagina.

vrijdag 28 november 2008

mantelzorg - u een zorg?

Wat is mantelzorg?
Komt u, net als ik, steeds vaker de term mantelzorg tegen?
Het lijkt wel of je geen krant of tijdschrift meer kunt openslaan of het gaat over afnemende zorg en toenemende mantelzorg. Vroeger bestond “mantelzorg” niet: je zorgde voor je familieleden en dat was dat. Maar sinds wanneer bestaat dat woord mantelzorg nou eigenlijk. Wat houdt het nu precies in?

Mijn naam is Freke Schoemaker, en ik ben mantelzorgmakelaar.
Ik heb ruim vijf jaar gewerkt bij een Steunpunt Mantelzorg. Daar maakte ik kennis met veel verschillende mantelzorgers, bijvoorbeeld:
Ouderen die voor hun partner zorgen.
Mensen van middelbare leeftijd die, naast hun baan, voor hun ouder wordende ouders zorgen.
Ouders die voor hun gehandicapte kind zorgen.
Zussen die voor hun chronisch zieke broer zorgen.
Tieners die voor hun psychisch zieke vader of moeder zorgen.

Mantelzorg is blijkbaar van alle leeftijden, en komt in alle lagen van de bevolking voor. Het is de zorg die door niet-professionals, meestal familieleden, wordt gegeven aan hen die het nodig hebben in de naaste omgeving.
Vaak spreek ik met mantelzorgers die gewoon hun hart eens even willen luchten, of een hulpvraag hebben: kan er dit of dat geregeld worden? Hoe kan ik mijn moeder helpen, die voor mijn dementerende vader zorgt? Hoe houd ik de zorg voor mijn moeder vol, naast mijn baan? Ik wil graag zorg aanvragen, maar ik weet niet waar ik moet beginnen? Mijn pgb-administratie ligt in de knoop, kan je me helpen met de pgb-verantwoording?

Veel mantelzorgers lopen vroeg of laat tegen dit soort vragen aan. Als je gaat zoeken op het internet naar de antwoorden op deze vragen raak je vaak volkomen de weg kwijt in het oerwoud aan informatie over regels en procedures.
Dat bleek ook vanmorgen weer tijdens de bijeenkomst in Den Bosch, ter gelegenheid van het voltooien van de tv-serie "mantelzorg in Brabant".

Er werden kritische kanttekeningen geplaatst bij uitvoering van prestatieveld vier van de Wmo (de Wet Maatschappelijke Ondersteuning). De ondersteuning van mantelzorgers is door de invoering van deze wet, twee jaar geleden, bij de gemeenten neergelegd.
Mantelzorgers krijgen hierdoor nu vaak met twee verschillende procedures te maken voor het aanvragen van zorg: het CIZ ( Centraal Indicatieorgaan Zorg) voor de AWBZ-zorg, en de WMO- indicatie voor huishoudelijke zorg en voor vervoer en woningaanpassingen. De bijbehorende formulieren zijn er helaas niet eenvoudiger op geworden.

Ook werd de vraag gesteld hoe de overheid in de veranderende samenleving de druk voor mantelzorgers kan verlichten. Het debat was intens, maar het antwoord is eigenlijk zo eenvoudig: verminder de bureaucratie, en maak beter bekend dat er ondersteuning voor mantelzorgers is. Niet alleen zouden de wmo-zorg-loket-medewerkers een getraind oog moeten hebben voor de noden van mantelzorgers, maar er bestaan ook gespecialiseerde ondersteuners als mantelzorgmakelaars en mantelzorgconsulenten, of een Steunpunt Mantelzorg. Vooral huisartsen en zorgverzekeraars zouden in deze informatievoorziening een leidende rol moeten hebben.

Helaas werden er in Den Bosch geen harde afspraken gemaakt. Wel werd duidelijk dat ook werkgevers steeds meer oog krijgen voor de nood van hun mantelzorgende werknemers. Er werd een lans gebroken voor het bespreekbaar maken van de mantelzorg op het werk, net zo vanzelfsprekend als kinderopvang. Zo dat het combineren van werk en mantelzorg net zo vanzelfsprekend wordt als het combineren van arbeid en de zorg voor kinderen.
Met deze Blog wil ik daar graag een bijdrage aan leveren.